I. Als znw.
Als stofnaam: ribfluweel.
Rokken in jeans en velours, Gent 19/8/1976, p. 11.
Kinderjasje met ritssluiting in velour, Westkust 26/8/1976, p. 11.
Broeken in velours, Reklamegids 25/11/1976.
Damesrokken van stof of velours, Teletip 24/1/1978, p. 15.
II. Als bnw.
Van ribfluweel gemaakt, ribfluwelen.
Naast hem stond een lange magere, gekleed in een velours pak, met in beide handen een luchtpistool, Gazet v. Antw. 13/9/1977.
Opm.: In de standaardt. is velours (als znw. én bnw.) heel gewoon ter aand. van weefsel met fluweel- of donsachtig haardek, inz. gebruikt voor meubelstof, overgordijnen e.d., ook voor kleding (ter aand. van een soort van zachte badstof); velours staat dan in tegenst. tot ribfluweel.
- In Vl.-België wordt het genoemde onderscheid niet gemaakt; in beide toep. wordt velours (in versch. spellingsvarianten) gebruikt. Als bnw. bijna steeds velouren enz. (zie ald.).
- In de voorb. is het niet altijd zeker of er werkelijk van ‘rifbluweel’ sprake is.