Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 03-12-2020

wereldhandel

betekenis & definitie

internationale handel. Hij berust op de arbeidsverdeling tussen de individuele volkshuishoudingen.

Iedere volkshuishouding legt zich in het bijzonder toe op de takken van bedrijf waarvoor zij de gunstigste produktievoorwaarden bezit (grondstoffen, bijzondere aanleg en capaciteiten van haar bevolking). Men ruilt de eigen goederen voor goederen die men in het eigen land niet kan produceren of waarvan de produktie in vergelijking met andere landen te duur is. Zo ontstaat een wederzijds geven en nemen, een internationale goederenruil. Deze heeft, sinds in het midden van de vorige eeuw de massaproduktie haar intrede deed, een geweldige omvang aangenomen. De ontwikkeling zou niet mogelijk zijn geweest indien niet tegelijkertijd het verkeerswezen buitengewoon verbeterd en het vervoer mede daardoor goedkoper was geworden. In de periode vóór de Tweede Wereldoorlog bereikte de wereldhandel in 1929 zijn grootste omvang; daarna trad als gevolg van de grote economische inzinking in de jaren 1930-1940 een scherpe daling in.

Tot 1939 nam Engeland de eerste plaats in. Het moest die echter daarna afstaan aan de Verenigde Staten. Het aandeel van Europa in de wereldhandel is sedert het einde van de 19de eeuw gestadig kleiner geworden. Omstreeks 1900 was dit tweederde, thans nog slechts tweevijfde. Het aandeel van Nederland in de wereldhandel bedraagt ongeveer 4%.

< >