of mangelwortel, een soort van bieten die als veevoeder dient. Zij stamt van de eenjarige strandbiet af, die langs de kusten van de Middellandse Zee groeit.
In cultuur gebracht, heeft deze wilde plant zich tot een tweejarige ontwikkeld, die om de bladeren (snijbiet) of om de knolvormige wortels (mangelwortel, rode biet of kroot en suikerbiet) wordt verbouwd. De knollen ontwikkelen zich reeds in het eerste jaar, doch het zaad in het algemeen pas in het tweede jaar. De mangelwortel is fors en bolrond of cilindrisch, met een suikergehalte van 6-10%. De wortel steekt een flink eind boven de grond uit, zodat de wortelrozet op grote afstand van de grond zit. Bladeren en knollen kunnen daardoor gemakkelijk geoogst worden; beide zijn van grote betekenis als wintervoer voor het vee.