een van de fraaiste paddestoelen uit onze bossen. Zij is gemakkelijk aan de scharlakenrode hoed te herkennen.
Op de oppervlakte van de hoed bevinden zich nog resten van het witte vlies, dat de hoed aanvankelijk verbond met de knolvormig verdikte steelvoet. Zij heet giftig te zijn en daarom moet men ze niet eten.