Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 03-12-2020

tuinboon

betekenis & definitie

grote boon, duive- of molleboon, of ook wel paardeboon. Zij is afkomstig uit het Midden-Oosten.

Na de invoering van andere boonsoorten (als de snij- en prinsessenboon, enz.) in de 16de eeuw heeft ze aan betekenis ingeboet. Maar de onrijpe zaden worden in vele streken ook nu nog als smakelijke groente gegeten. De naam paardeboon wijst erop dat ze ook als veevoeder wordt gebruikt. Bij voorkeur neemt men daarvoor de kleine soorten. Ook als groenvoer wordt ze vaak samen met erwten en haver of met gerst en wikken verbouwd. Daar ze tegen vorst bestand is, kan zij reeds vroeg in het jaar worden gepoot.

< >