1. een statige, tot 30 m hoge boom, met forse kroon. Hij groeit in vochtige bossen,
wordt ook in parken en langs wegen aangeplant.
De kleine bloemen worden door de wind bestoven. Verspreiding heeft door de gevleugelde vruchten plaats. Het zeer taaie en veerkrachtige hout wordt voor meubels, gymnastiektoestellen (rekstok) en sportgerei (ski’s, rackets) gebruikt. De treures wordt vaak op kerkhoven aangeplant;
2. in het oosten van Nederland wordt ook een min of meer glooiend akkerland, meestal rondom een dorp gelegen, es genoemd. In sommige gevallen is een deel hiervan als weiland in gebruik;
3. in de muziek: toon der diatonische toonschaal.