of infectie, de overdracht van een ziekte door de verbreiding van haar verwekker van het ene individu op het andere. De ziekteverwekkers kunnen niet alleen bij aanraken van de zieke overgebracht worden, maar ook door de lucht, het water of door voorwerpen die door de zieke gebruikt worden.
Niet alle mensen die besmet zijn, worden ziek. Velen zijn ongevoelig, immuun, omdat hun bloed afweerstoffen bevat. Tussen de besmetting en het optreden van de eerste ziekteverschijnselen bestaat een zekere tijd. Deze is bij de afzonderlijke ziekten van verschillende duur en wordt incubatietijd genoemd. Om de besmetting te weren, isoleert men de zieken en desinfecteert grondig. Door dagelijkse mondverzorging en reinheid worden vele infecties vermeden. Bij epidemieën worden de gezonden door preventieve (voorbehoedende) inentingen immuun (onvatbaar) gemaakt.
