de laatste trap van het Achtvoudige Yogapad van Patanjali, of beter gezegd: de toestand die volgt nadat iemand de eerste zeven mijlpalen is gepasseerd, s. impliceert een volkomen stilgelegde geest, gedachtenloos Zijn, het Eenzijn met de Allerhoogste Geest, het onophoudelijke overvloeien van Atman in Brakman, het kennen van het Absolute en de niet te verwoorden ervaring van Sat-ChitAnanda. De yogi kent verschillende uitdrukkingen voor de verschillende 'soorten' of 'lagen' van s.
De staat van Savikalpa Samadhi is die hoogte [of diepte] van Concentratie, waarin het onderscheid tussen kenner, kennis en het gekende nog altijd bestaat. Nirvikalpa Samadhi is de hoogste staat van Concentratie! Meditatie, waarin de ziel zich op generlei wijze meer afgescheiden voelt van het Universele Zelf. Volgens sommige yogi's is deze s. een toestand die niet meer terugvoert naar het Ego-Bewustzijn, maar volgens andere is terugkeer naar het gewone bewustzijn altijd mogelijk. De toestand van Sahaja-Samadhi [zie: Bauls] kan wellicht de 'veiligste' en meest bereikbare genoemd worden. Het is een s. die op heel natuurlijke wijze over iemand komt en die er eigenlijk altijd is. Deze s. hoort bij het wezen van de Bhakta, die immers een heel natuurlijke en spontane relatie met zijn God onderhoudt.
In Sahaja-Samadhi verkeert de adept zowel bij God als bij de mensen en heeft daarom inzicht in metafysische als wel psychologische aangelegenheden. Het vredige geluksgevoel van deze s. maakt iemand opgeruimd en evenwichtig. Verdere definities van s. kunnen feitelijk niet gegeven worden, omdat men s. ervaren moet. Hoogstens kan s. nog vergeleken worden met het Zen-begrip Satori, met het boeddhistische Nirvana en met wat de christelijke mystici onder unio mystica verstaan. Voorts is geen enkele s. hetzelfde. Het is wel hetzelfde begrip, maar ieder mens heeft zijn absoluut eigen ervaringsgebied.
Hij kan hoogstens zeggen: ik verkeerde in een toestand van opperste verrukking. Maar hoe die opperste verrukking door hem werd ondergaan, weet niemand. In deze haastige tijd hebben weinigen het er nog voor over om de — zo op het oog gezien - langzame yogaweg te gaan, om s. te bereiken. Ze nemen hun toevlucht tot drugs [Zie: Hallucinaties] en nivelleren hun 'high' met s. Het laatste is onterecht, want een 'high' gaat steeds aan en uit, terwijl de toestand van s. zich consolideert op die wijze, dat de adept steeds grotere innerlijke Vrijheid verkrijgt en op den duur niet meer te beïnvloeden is door compliment of laster, door kou of hitte en geen last meer heeft van ambities, negatieve tendenzen en Egobegeertes. Bovendien missen drugs de solide achtergrond van de langzame yogaweg onder leiding van een Guru, omdat op de yogaweg alle persoonlijke onhebbelijkheden, slechte neigingen, kortom, alles omtrent het Innerlijk Zelf aan de orde komen en gesubstitueerd worden door de positieve kracht van Meditatie.
Ten slotte waarschuwt Lama Govinda nog voor het volgende: 'Degenen die afdalen naar de diepte van dit Ene [het Universeel Bewustzijn] zonder nog tot de ontdekking te zijn gekomen van hun innerlijk Zelf, zullen er door opgeslokt worden, of naar hun ondergang gestuwd — als een stuurloos schip dat op de onmetelijke oceaan als verloren kan worden beschouwd. Alleen aan de wijze zal de diepte haar schatten prijsgeven.' Alleen aan de hardwerkende leerling, die Tapas en Sadhana voor ogen houdt, zal s. haar schatten prijsgeven, schatten die het verborgen eigendom zijn van Brahman, de Allerhoogste Geest. Zie nog: Nirvitarka; Anavasthitattva.