het vermogen om iets mahat, zo groot te maken als men wenst; één van de acht Siddhis, of Occulte Vermogens. Makrokosmos.
Door concentratie op M. kan een Yogi, louter door inademing, zijn lichaam zo groot maken, dat hij het heelal zelf bevat, zoals Krishna in hoofdstuk XI van de Bhagavad Gita aan Arjuna laat zien, nl. dat hij de enige goddelijke vorm is, die alle vormen in zich sluit.