Weteringbuurt - Dit ietwat geïsoleerde deel van het Centrum ontleent zijn naam aan de Wetering, meestal de Boerenwetering* genaamd, waarvan hier nog maar een stukje over is, namelijk het sluisje tussen Singelgracht* en Lijnbaansgracht in het verlengde van de Weteringstraat. Kort na 1660 is de buurt volgebouwd. In die tijd waren de waterkeringen om en in de stad nog onvoldoende om elke overstroming te vermijden; vandaar dat hier vele hoge stoepen werden gebouwd, vaak met stoepbanken. Sommige huizen in de Tweede Weteringdwarsstraat hadden naast hun gewone nummering nog een apart huisnummer, waarvoor de letters WH, GH en LH stonden. Het waren de laatste huizen in de straat die in 1670 door het Weeshuis, Gasthuis of Leprozenhuis* waren gebouwd.
Vijzelgracht 22, 24 en 26 vertonen nog de letters WH 39, 40 en 41. De woningen hadden een relatief grote kamer om een weefgetouw te kunnen herbergen, want deze buurt werd vooral door wevers bewoond. De Weteringbuurt droeg de bijnaam Witzijendassenbuurt, die zijn oorsprong vindt in de "Witzijendassenkerk", de bijnaam van de Weteringkerk* in de Derde Weteringdwarsstraat. Omstreeks de eeuwwisseling was het namelijk de gewoonte, dat de orthodox- protestantse kerkganger zich tooide met een witte zijden das.