Stadsarcheoloog - In 1951 werd het Instituut voor Prae- en Protohistorie (IPP) van de Universiteit van A. opgericht. Een van de doelstellingen bij de oprichting was om door middel van opgravingen meer inzicht te verkrijgen in de nederzettingsgeschiedenis van Amstelland en A. Tussen 1960 en 1965 was een van de afdelingen van het instituut geheel gericht op het stadskernonderzoek van A. In 1970 werd bij het gemeentebestuur aangedrongen op de instelling van een stadsarcheologische dienst. Toen in 1972 begonnen werd met de aanleg van de oostlijn van de metro werd een voorlopige oplossing gevonden door het instellen van een archeologische (onder)afdeling bij Publieke Werken*.
Tot hoofd van deze afdeling werd benoemd Jan M. Baart, die voorheen bij het IPP werkte. In 1994 vond in de bouwput voor "De Kolk" bij de Nieuwezijds Kolk de spectaculaire opgraving plaats van een versterking, die abusievelijk werd aangezien voor het Kasteel van Aemstel*. Veel archeologische vondsten zijn in het Amsterdams Historisch Museum* ondergebracht. De archeologische dienst is gehuisvest in het voormalige knekelhuis tegen de Noorderkerk*, Noordermarkt 45.
LIT. Opgravingen in Amsterdam, twintig jaar stadskernonderzoek, 1977; I.M. Baart e.a., Het Kasteel van Aemstel: burcht of bruggehoofd?, 1995.