XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Roovers, Johannes Jacobus

betekenis & definitie

Roovers, Johannes Jacobus - Johannes Jacobus Roovers (1866-1950), gemeentesecretaris van A. van 1926 tot 1933. Via de secretarieën van Rijsbergen, Zundert en Voorhout trad hij op 1 juli 1897 in dienst van de hoofdstedelijke secretarie als klerk 2de klasse aan de afdeling Publieke Werken. In 1902 werd hij chef van deze afdeling en in 1926 gemeentesecretaris, als opvolger van Ph. Falkenburg. Tijdens zijn ambtsperiode vielen de raadsbesluiten tot de aanleg van het Amsterdamse Bos*, het De Mirandabad*, de Berlagebrug*, het Vossiusgymnasium*, het Gemeentegirokantoor* en tot de demping van de Vijzelgracht*.

Ook de Paleis-Raadhuiskwestie* en de bebouwing van het Midden-Damterrein* waren in zijn dagen actueel. Naast burgemeester De Vlugt*, wiens rechterhand hij was, luisterde hij naar debatten over de aankoop van het terrein van het verwoeste Paleis voor Volksvlijt* (1929). Hij maakte meer dan duizend raadsvergaderingen mee en nam (bijna) nooit vakantie. Op 1 mei 1933 ging Roovers met pensioen (zie ook: Gemeentesecretarissen).

LIT. Th. Schweiger, De secretarissen van Amsterdam sedert 1813 (VI), O.A. 1960, 358.

< >