Hooft, Pieter Corneliszoon - Pieter Corneliszoon Hooft (1581-1647), zoon van de burgemeester Cornelis Pieterszoon Hooft*, wordt gerekend tot de grootste dichters van de Gouden Eeuw. Geboren in het vaderlijk huis aan de Nieuwendijk was hij, als telg van een snel opkomend koopmansgeslacht, voorbestemd voor een toekomst in de handel. Maar in Italië, waarheen hij voor zijn opleiding gezonden werd, kwam hij als typisch kind van de renaissancetijd sterk onder de indruk van de antieke cultuur. Vanuit Italië zond hij zijn eerste grote gedicht naar de rederijkerskamer "In liefde bloeyende"*, waarvan Spiegel* en Roemer Visscher* toen de voornaamste leiders waren. In 1601 kwam hij naar A. terug, waar hij van grote bewondering bezield werd voor de zich toen machtig uitbreidende stad.
In 1609 werd Hooft drost van Muiden en baljuw van Gooiland. Hij vertoefde sindsdien veel in zijn ambtswoning, het Muiderslot, waar hij al spoedig een kring van vooraanstaande tijdgenoten, voornamelijk op literair, maar ook op wetenschappelijk gebied werkzaam, om zich heen verzamelde, de zogenoemde Muiderkring. Zijn A'damse woning was het perceel Keizersgracht 65, tegenover de Groenlandse pakhuizen*, waar o.a. Jacob van Campen* bij hem te gast is geweest, toen deze door het stadsbestuur voor besprekingen over een nieuw stadhuisplan was uitgenodigd. Als letterkundige heeft Hooft zowel poëzie als proza geschreven. Van het laatste zijn met name zijn "Nederlandse Historiën" beroemd. In dat lijvige werk geeft hij, in een stijl die hij zo veel mogelijk poogde te vereenzelvigen met de korte en bondige schrijfwijze van de Romeinse historicus Tacitus, een nog altijd voor de kennis van de Nederlandse geschiedenis onmisbaar overzicht van zijn eigen tijd. Dit boek is voor de kennis van de aanvang van de Tachtigjarige Oorlog onontbeerlijk. Hooft overleed in 1647 in Den Haag, waar hij vertoefde voor de begrafenis van Frederik Hendrik. Hij werd in de Nieuwe Kerk* te A. begraven.
Er is in Oud- Zuid een straat naar hem genoemd, de P.C. Hooftstraat*, in de volksmond aangeduid met de voorletters van de dichter, "de P.C.". In 1881 werd aan zijn woonhuis Keizersgracht 65 een gedenksteen onthuld. Het huis werd in 1913 afgebroken voor het rusthuis der broeders van Sint Joannes de Deo; de steen werd herplaatst. Aan de Stadhouderskade werd in 1947 een borstbeeld van hem geplaatst, vervaardigd door Frits Sieger*. Hoofts 400ste geboortedag werd op 18 mrt. 1981 herdacht in de Nieuwe Kerk, in aanwezigheid van de koninklijke familie en onder auspiciën van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. LIT. P.H. van Moerkerken, P.C. Hooft en Amsterdam, M.A. dec. 1947, 88; J.H. Kruizinga,
P.C. Hooft, A.O.-serie nr. 1856, 1981; S. Groeneveld, Hooft als historieschrijver, 1981.