Gevellantaarns kwamen vroeger uitsluitend voor aan deftige patriciƫrswoningen. Er zijn gewoonlijk alleen gevelarmen van over, die dikwijls fraaie werkstukken vormen van de smeedkunst van onze voorvaderen. Als materiaal voor de gevellantaarns werd gewoonlijk dun ijzer of koper gebruikt. Enige tientallen jaren geleden, toen de belangstelling voor oud A. opleefde, zijn oude gevellantaarns te voorschijn gekomen van zolders (bijv. van hofjes, kerken, woonhuizen) en weer geplaatst.
Enkele mooie gevellantaarns zijn thans te zien aan de Herengracht 384 (een olielantaarn boven de huisdeur), in het voorportaal van de Nieuwe Kerk*, aan de Nieuwe Herengracht, het Corvershof*, en aan de v.m. Hersteld Evangelisch-lutherse kerk* aan de Kloveniersburgwal. Diverse lantaarnarmen zijn ook nog te zien, zoals aan de percelen Keizersgracht nrs. 278, 375 en 606. De meeste van deze lantaarns en armen dateren uit de 18de eeuw.
LIT. E. van Houten, Amsterdamsche merkwaardigheden, 1942.