XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 21-06-2018

Bijlmermeer Amsterdam

betekenis & definitie

Bijlmermeer Amsterdam - Op 13 dec. 1966 sloeg de toenmalige burgemeester van A., Van Hall* de eerste paal voor een complex van 1.182 woningen in deel A van de Bijlmermeer. Twee jaar later kon wethouder Elsenburg op 25 nov. de sleutel overhandigen aan de eerste bewoners van de Bijlmermeer, de familie Copray, Hoogoord* 57 (nu 127). Op 7 jan. 1970 deed hij dit aan het duizendste gezin, de familie N.H. van der Zanden. De Bijlmermeer werd in de 13de eeuw bedijkt en driemaal drooggelegd. De eerste maal in 1672 door Abel Matthijszoon Burch en nog enkele A'damse kooplieden als geldbelegging.

De gronden werden verdeeld onder de "best-gesitueerden". De tweede maal in 1678, nadat in 1672 de dijken waren doorgestoken bij de komst van de Fransen. In 1702 braken de dijken door tijdens een overstroming en tussen 1818 en 1826 maalden vijf molens de Bijlmermeer voor de derde keer droog. De oppervlakte van de Bijlmermeer bedroeg 550 ha. In 1846 werd de polder met zijn 100 inwoners toevertrouwd aan de gemeente Weesperkarspel. De gemeente A. had zich voorgesteld hier een woonwijk voor honderdduizend personen te bouwen. Maar er waren nog andere kandidaten, namelijk Diemen en Ouder-Amstel. De grote voorvechter voor Amsterdam was burgemeester Van Hall, die in 1960 het volgende aan de pers meedeelde: "Als we nu maar eerst de kans krijgen om in de Bijlmermeer te bouwen, dan wil Amsterdam de zaak later best weer afstaan". Doel was dus woonruimte te scheppen voor de ontstellend vele woningzoekenden in A. Minister Toxopeus van Binnenlandse zaken besliste echter anders.

Hij wilde de gemeenten Diemen en Ouder- Amstel en een stuk van Weesperkarspel samenvoegen. De naam van de nieuwe gemeente zou Bijlmermeer zijn. De N.V. Baggermaatschappij Bos en Kalis te Sliedrecht was intussen op 15 juli 1963 begonnen met de ophoging van het eerste gedeelte (ca. 200 ha). Dit was mogelijk door aankoop van grond door de gemeenten A. en Weesperkarspel. Voor de ophoging werd 4.300.000 m3 zand uit de Vinkeveense plassen gewonnen. In okt. 1964 werd in de Tweede Kamer met 74 tegen 67 stemmen het voorstel-Scheps (PvdA) aangenomen, waarin werd geëist dat de Bijlmermeer bij A. zou worden gevoegd. Het gevolg was dat minister Toxopeus voorlopig de wil van de Kamer volgde. Wethouder Brautigam opende op 24 mei 1971 het station Bijlmermeer, toen nog in een noodgebouw gevestigd, dat op 28 mrt. 1976 als dubbelstation (voor trein en metro) in gebruik werd genomen (aan het einde van de Hoogoorddreef). Wethouder Lammers kon op 30 okt. 1975 het eerste subwinkelcentrum Fleerde-Frissenstein in gebruik stellen.

Aan de familie A. Flantua, Ophemerthof 30, overhandigde wethouder Kuijpers op 9 febr. 1975 een sleutelbos, omdat zij de eerste bewoners waren van Holendrecht*. De 2.838 Holendrecht- woningen werden gebouwd door de Stichting Holendrecht, een samenwerkingsorgaan van de woningbouwverenigingen A.W.W. Eigen Haard*, Het Oosten*, Patrimonium*, Dr. Schaepman* en Zomers Buiten. Het bejaardenhof Holendrecht werd gebouwd voor rekening van Patrimonium, terwijl de scholen voor rekening kwamen van de gemeente. De indertijd gemaakte bestemmingsplannen voor het noordelijke gedeelte van de Zuidoostlob zijn voor wat de woningbouw betreft tot uitvoering gebracht. Het aanvankelijk voor kantoren en lichte industriële ondernemingen bestemde gebied, de Venserpolder*, werd eveneens aangewezen als woongebied (ca. 4.000 huizen). Ook in het zuidelijke gedeelte van de Zuidoostlob, Gaasperdam*, is woningbouw gerealiseerd, evenals in Holendrecht-West (3.000 woningen). De flatnamen in het oude gedeelte van de Bijlmermeer beginnen groepsgewijs met eenzelfde letter.

Alle namen, ook die van wegen en centra, zijn er afkomstig van boerderijen en patriciërshuizen uit heel Nederland. Nog enkele namen: het torenpark, bestaande uit Gouden Leeuw en Groenhoven, is ontworpen door het architectenbureau Joop van Stigt. De koopflats zijn gesitueerd in torens, die naast elkaar liggen en verbonden zijn door een droogloop op de begane grond en glazen verbindingsbruggen op de daken. De flat Gliphoeve kwam in de eerste jaren van de wijk het meest negatief in de bekendheid en werd geassocieerd met de Bijlmermeer als geheel. AI in 1983 was deze flat aan restauratie toe. Er is een jongenseiland en tegen de provinciale weg aan liggen een tot kinderboerderij omgebouwde voormalige boerderij en een uitwateringsgemaal, dat in 1966 werd gebouwd. Deze kinderboerderij kreeg concurrentie van een door de bewoners opgezette kinderboerderij op het maaiveld tussen Ganzenhoef en Gliphoeve. Toen in 1967 het eerste flatcomplex Hoogoord werd gebouwd, zat B. Visser in een directiekeet aan de Abcouderstraatweg als voorlichtingsambtenaar. Dit werk heeft hij vijf jaar gedaan.

Hij gaf voorlichting omtrent het wonen in de Bijlmermeer aan ongeveer 120.000 mensen. In 1979 ging deze "vader van de Bijlmer" met pensioen. Er wordt over het wonen in de Bijlmermeer en Gaasperdam (die uit 80 procent "groen" bestaan) zeer verschillend geoordeeld. Men noemt het gebied "de slaapstad van Amsterdam", "topscorer op het gebied van de criminaliteit" en "een stad zonder voorzieningen". Burgemeester Van Hall daarentegen zei in 1963 dat dit stadsdeel de modernste, veiligste en comfortabelste wijk van de hoofdstad zou worden. De leegstand bedroeg in 1986 22 procent. Door middel van een even omvangrijk als kostbaar renovatieproject heeft de woningbouwcorporatie "Nieuw Amsterdam" (12.500 woningen) gepoogd de Bijlmermeer weer nieuw leven in te blazen. Een aantal flatgebouwen zou worden gesloopt en vervangen door eengezinswoningen en portiekwoningen. Een of meer flatgebouwen zouden worden verkocht aan makelaars, die er een andere bestemming aan konden geven. Sommige flats werden verbeterd en stegen in huurprijs.

Als er niet enige honderden miljoenen guldens voor de Bijlmer zouden komen, zal de leegstand stijgen tot 30 procent, aldus directeur Remmerswaal van Nieuw Amsterdam in apr. 1986. In 1987 kreeg de Bijlmer inderdaad een facelift en er kwam nieuw groengebied rond de flatgebouwen. Deze werkzaamheden hadden een positief effect op het functioneren van dit toch interessante woon- en werkgebied. De meerderheid van de mensen boven de zestig jaar is tevreden met het wonen in Zuidoost-A. Men waardeert de wijken, maar ziet daarbij ook de negatieve kanten (onveiligheid). Het stigma van onveiligheid is versterkt, nadat in 1992 een toestel van El Al neerstortte op de flats Kruitberg en Groeneveen (zie: Bijlmerramp). De leegstand is gebleven, althans in de jaren-zestig wijken, de honingraten van de G- en K-flatbuurten.

Voor deze wijken is een plan ontwikkeld dat uitgaat van sloop van een groot gedeelte van het probleemgebied. Het projectbureau Vernieuwing Bijlmermeer begon in september 1995 met de bouw van driehonderd woningen op het Gulden Kruis-terrein. Het was het eerste project van de vernieuwing van dit stadsdeel. Het project, een ontwerp van Lafour, Wijk, Claus en Kaan, vergde een investering van zestig miljoen gulden. Behalve uit sociale woningen bestaat tweederde van het project uit premiekoop- en koopwoningen. Verlaging van de Bijlmerdreef bij deze plannen was uitgangspunt; daar ontstond een "stadslaan".

LIT. Evert Verhagen, Van Bijlmerpolder tot Amsterdam-Zuidoost, 1987; Jan Blom, Van stadsweide tot stadswijk, 1989.

< >