Beterhuis lag aan de Schans* bij de Weteringpoort* en werd in 1694 in gebruik genomen. Het gebouw was voordien o.a. ziekenhuis (schurfthuis) van de aalmoezeniers geweest. In het Beterhuis konden dronkaards, losbandige jongelui, achterlijken, enz. worden opgesloten op verzoek van de familieleden. In 1695 kwam de eerste, op verzoek van zijn vader: een 20-jarige losbol, een koopmanszoon die niet deugen wilde. Ook zwakzinnigen hebben er veel gezeten.
Het was oorspronkelijk een particuliere instelling, waarop schepenen* toezicht hadden. In 1718 werd het aan de stad verkocht en in 1825 werd het opgeheven, nadat het enige jaren had dienst gedaan als huis van bewaring. Daarna had twee jaren de schilder Cornelis Kruseman* hier zijn atelier, totdat in 1827 het Zijdewindhuis* er gevestigd werd. Kort daarna, in 1829, is het gebouw verkocht en gesloopt.
Lit. W.F.H. Oldewelt, Amsterdamsche archiefvondsten, 1942, 76.