Amstelhof - De dagen van de Stichting Amstelhof (Amstel 51) zijn geteld. Binnen enkele jaren zal het 17de-eeuwse verpleeghuis uit de hoofdstad moeten verdwijnen, omdat er van alles en nog wat aan mankeert. Renovatie is te kostbaar, waardoor het bouwen van twee nieuwe panden noodzakelijk wordt. In de Gouden Eeuw was niet alles goud wat er blonk. Door de vele oorlogen waren er in de hoofdstad veel weduwen.
Er waren toen nog geen instanties waar zij voor steun konden aankloppen. Een van de weinige instellingen die zich iets van hun lot aantrok, was de diaconie van de Hervormde Kerk. Teneinde een toch zo efficiënt mogelijke hulpverlening te kunnen bieden, had de diaconie A. in wijken verdeeld. Iedere diaken (sociaal werker) was verantwoordelijk voor de gang van zaken in zijn wijk. Men verschafte voedsel en zorgde ook dat zieken en hulpbehoevenden werden ondergebracht bij gezinnen, die daarvoor iets betaald kregen. Deze werkwijze kostte veel tijd en inspanning en men keek uit naar een gebouw waar groepen mensen konden worden ondergebracht. Ook toen al ontbraken hiervoor de financiële middelen. Maar in 1680 overleed de rijke koopman Barent Helleman, die zijn gehele vermogen aan de diaconie naliet. Daardoor kon in 1681 de eerste paal worden geslagen voor de bouw van het huidige Amstelhof, waarvan de grond door een burgemeester van A. ter beschikking werd gesteld. Op 17 nov. 1683 werd het gebouw geopend, waarna 400 vrouwen er hun intrek konden nemen.
Het huis heette officieel Het Diaconie Oude Vrouwenhuis. In 1718 overleed een andere rijke A'dammer, Jan van Aken, die de diaconie een belangrijk legaat schonk, waardoor uitbreiding kon plaatshebben. In 1719 konden voor het eerst ook alleenstaande en hulpbehoevende mannen worden geplaatst, waardoor de naam werd gewijzigd in Diaconie Oude Vrouwen- en Mannenhuis. Amstelhof stond op een groot terrein, dat zich, net zoals nu, uitstrekt van de Amstel tot aan de Weesperstraat en aan weerskanten wordt begrensd door de Nieuwe Keizers- en Nieuwe Herengracht. Het pand had toen een prachtige tuin, die voor iedereen toegankelijk was. De geschiedenis van de diaconie heeft zich altijd gekenmerkt door uitbreiding en verbetering. Zo werd in 1723 op hetzelfde terrein het Corvershof* gebouwd en in 1793 het Bestedelingenhuis, dat sinds kort Amstelrank heet. In de tweede helft van de 19de eeuw werden aan de Nieuwe Keizersgracht de Magdalena Hodshon Stichting en de Van Limmik Stichting gebouwd, zodat de grote tuin werd verkleind. Men heeft deze verzameling tehuizen op één perceel wel eens het Diaconiedorp genoemd. Een bijzonder gekoesterd bezoek is dat van Churchill in 1945.
Een sigarenpeuk van deze Engelse premier wordt nog in het complex bewaard. Het mag een wonder heten dat Amstelhof na de bouw in 1683 niet eerder aan restauratie is toe geweest. Dat was pas aan de orde in jan. 1971. Gedurende zeven jaar werd aan een grondig herstel gewerkt. Op 24 nov. 1978 kon de wethouder voor bejaardenzorg, L.J. Kuijpers, begeleid door belgelui uit een historische klokkenstoel, het volledig gerestaureerde Amstelhof in gebruik stellen.
De restauratiekosten bedroegen 65 miljoen gulden. En dan te weten dat de bouw van het oorspronkelijke Oude Vrouwenhuis in 1683 ƒ 165.000 kostte. Omdat de huidige renovatieplannen ongeveer ƒ 25 miljoen vergen, wordt uitgezien naar nieuwbouw, waarbij de Gezondheidsinspectie en het Adviescollege Ziekenhuisvoorzieningen een vinger in de pap hebben. Zij kunnen (of willen) geen extra geld voor het historische gebouw uittrekken. Bij het ministerie van VWS ligt een verzoek voor nieuwbouw in A.-Oost en in de omgeving van Diemen en A.-Zuidoost. Er bestaan vergevorderde plannen om in het Amstelhof een dependance van de Hermitage in Sint-Petersburg te vestigen.
Lit. J. Groen jr, Drie eeuwen Hervormd Weeshuis, O.A. 1958, 186; H.W. van der Hoeven, Het Huys Amstel 51, 1983, 58; R. Meischke, Amstelhof 1683 - Amstelhotel, 1983; A.C. de Gooijer, Drie eeuwen Amstelhof, O.A. 1983, 58.