Om den mast te strijken, laat men dezen neer aan een stag (touw), met behulp van een lier of van een takel. Als de mast bijna waterpas is, is de hoek tusschen mast en stag (gemeten aan den top) zóó klein geworden, dat de mast zou neerploffen.
De sprenkel is nu een spier (rondhout), die het stag van den mast afhoudt. Bokkepooten doen denzelfden dienst als een sprenkel.