Overkootsche stand. Gebrek aan de voorbeenen van een paard, waarbij de pijp (het gedeelte onder de knie) een verkeerden hoek met de koot (boven den hoef) maakt.
De koot behoort met de pijp een hoek van 135° te maken, welke hoek naar voren open is. Afb. blz. 34. Staat de koot rechter, dan spreekt men van , steil gekoot”. Staat de koot geheel recht, dan spreekt men van een steltvoet. Is de hoek tusschen pijp en koot naar achteren open, dan is de overkootsche stand ontstaan. Men ziet dit gebrek het meest bij jonge, slecht gevoede paarden, die uit hun kracht zijn gegroeid. In andere gevallen schrijft men het gebrek toe aan overspanning of aan rheumatiek.