Bij de vaststelling der kerkelijke feestdagen op de kerkvergadering van Nicea, in Griekenland, in het jaar 325 n. Chr„ werd bepaald, dat het Paaschfeest zou gevierd worden op den eersten Zondag na volle maan, na het begin der lente.
Het werd dus van belang te weten, op welke dagen van het jaar het volle maan is. Die dagen zijn voor de jaren verschillend, omdat een jaar niet een vol aantal omloopsdagen telt. Pas na een aantal maansomloopen zal de maan op denzelfden datum vol zijn. Nu had reeds de Athener Menthon in 430 v. Chr. berekend, dat 19 jaren 235 maansomloopen bevatten, zoodat telkens om de 19 jaren het op denzelfden datum volle maan is. Dat merkwaardige getal 19 schreven de Atheners met vergulde letters op een tempel en noemden het het gulden getal.
In het jaar 1 was het op 1 Januari volle maan. Telt men dus bij een jaartal 1 op en deelt men het daarna door 19, dan geeft de rest der deeling de tijdsafstand van het jaartal tot het guldengetal.