Gepubliceerd op 18-08-2020

Gulden Vlies

betekenis & definitie

De gouden schapenvacht, die, volgens de Grieksche fabelleer, Jason te Colchis bemachtigde, hoewel de vacht door een draak bewaakt werd: de beroemde tocht der Argonauten.

De Orde van het Gulden Vlies is in 1429 door Filips van Bourgondië gesticht op het feest, dat hij gaf bij zijn huwelijk met Isabella van Portugal. De prinses was naar Sluis gekomen, het stadje, dat de haven van Brugge afsloot. Filips was haar met een stoet van edelen van Brugge tegemoet gereisd en ontmoette haar in Sluis. De naam van de nieuwe orde zou betrekking hebben op een kruistocht naar Syrië, die Filips beraamde en die hij als een tweede Argonautentocht beschouwde. Volgens anderen houdt de naam der orde alleen verband met de wolmarkten te Brugge.

Het doel der orde heette te zijn de handhaving van de beginselen der Kerk. Volgens sommigen was de orde echter bedoeld om ten koste van Karei den Zevenden van Frankrijk een groot Bourgondisch rijk te stichten. Het jaar der stichting der orde valt samen met het optreden van Jeanne d’Arc, die den moedeloozen Karei nieuwe kracht gaf, zoodat van het plan niets is gekomen.

Filips stelde zichzelf en zijn opvolgers tot grootmeester aan. Als rechtsopvolgers werden later de Oostenrijksche Habsburgers en de Spaansche Bourbons grootmeesters, waardoor een Oostenrijksch en een Spaansch Gulden Vlies ontstonden. Filips bepaalde het aantal ridders op twintig. Karei V voegde er nog 24 bij. Er was om de drie jaar een kapittel (vergadering) met een bisschop als voorzitter. Op deze vergaderingen werden de gedragingen der ridders besproken en geschillen berecht. In 1505 was er zulk een schitterende vergadering in de abdij van Middelburg.

De Ridders van het Gulden Vlies hadden tot plicht hun vorst te steunen; de vorst verplichtte zich zijn ridders te raadplegen in krijgszaken en gaf hun het recht om hun misdaden en overtredingen te laten berechten door hun mederidders. Vliesridder Alva was de eerste, die dat recht schond, toen hij het verzoek van de ridders Egmond en Hoorne om hun zaak door mederidders te doen berechten, van de hand wees.

De orde is een macht van beteekenis in den Bourgondischen staat geweest; de ridders werden in alle regeeringszaken geraadpleegd.

Tot 1600 werden alleen vorstelijke personen en edellieden tot ridder benoemd: later ook burgerlijke personen. Vele aanzienlijke Nederlanders zijn vliesridders geweest. De koning van Spanje benoemde onze Koningen Willem II en Willem III tot ridder der orde en in 1929 onzen Prins Hendrik. Daarna werd de orde niet meer verleend; de beide rechtsopvolgers: de koning van Spanje en de Keizer van Duitschland hebben hun souvereine waardigheid verloren.

Het teeken der Orde : de gouden schapenvacht hangend aan een keten, wordt na het overlijden van den ridder aan het kapittel (bestuur) teruggezonden om te gelegener tijd opnieuw te worden uitgereikt. Die ketens zijn dus in den loop der jaren van hand tot hand gegaan, zonder dat men van elke keten nog weet, wie ze heeft bezeten.

< >