Een siervisch, wat kleiner dan de winde. Het is een zoetwatervisch, die den vorm van een haring heeft en 30—50 cm lang is.
De goudkleur is, evenals bij den goudvisch, door vijverteelt ontstaan. Sommige visschen hebben namelijk een goudkleur als afwijking. In de teeltvijvers worden de ongekleurde visschen stelselmatig verwijderd en wordt met de goudkleurigen doorgefokt.