Goudslagersvlies. Gedroogd buikvlies van den dikken darm van het rund.
Het werd gebruikt bij het pletten van goudfoelie (bladgoud). Eertijds maakte men foelie alleen van goud en zilver. Men klopte met een houten hamer een blad metaal tot dunne bladen uit, nadat men het tusschen twee vellen perkament had gelegd. Ten slotte, als het zeer dun werd, klopte men het tusschen twee velletjes goudvlies. Tegenwoordig maakt men foelie machinaal tusschen walsen (mangels) en gebruikt tin of aluminium. Goudvlies wordt daarbij niet meer gebruikt.
Goudvlies, bestreken met vischlijm en daarna gedroogd, plakt men wel op huidwondjes ter afsluiting. In den laatsten tijd bezigt men goudvlies ter bekleeding van luchtballons.