Het boek, waarin staat aangegeven, welke heiligen de Roomsche kerk vereert op de achtereenvolgende dagen van het jaar; verder de gebeden op verschillende uren en gelegenheden te bidden, met de bijbehoorende psalmen. Voor iederen dag zijn n.1. acht bidstonden aangegeven.
De oorsprong van het getijdenboek is te zoeken in het gemeenschappelijk gebed der eerste christenen in den morgen en in den avond (lof of vesper). Later zijn er nog andere gebeden bijgekomen, zoodat een bidgetijde ten slotte drie uur omvat. In de twaalfde eeuw. toen het getijdenboek een te groote omvang had gekregen, werd het verkort. Men sprak toen van brevieren (brevis: kort). Geestelijken nemen hun getijdenboek mee op reis (getijdenboek en bidsnoer). Zij kunnen het in de handpalm bergen.
Die, welke in de kerk gebruikt worden, zijn grooter. In het laatst der Middeleeuwen werden ze prachtig versierd. De vorsten bestelden hun getijdenboek bij kunstenaars. Voor de geschiedenis der beschaving zijn ze een goede bron door de afbeeldingen, welke er in voorkomen: het hoeden der ganzen, het melken der koeien, het scheren der schapen, de maaltijd van den edelman. Ze zijn geschreven in het Latijn, maar ook in de landstalen. De Leidsche hoogeschool deed in 1910 bij Sijthoff in Leiden een fraaien afdruk verschijnen van het zgn. brevarium Grimani, dat beroemd is om zijn prachtige miniaturen en zijn door Vlaamsche meesters geteekende randen met bloemen, bladeren en insecten.
Door deze uitgaaf is dat getijdenboek zeer bekend geworden. Het boek is geschreven voor Philips van Bourgondië en sedert langen tijd in het bezit van het geslacht Grimani te Venetië, die het vermaakte aan de Venetiaansche republiek. Sedert 1592 wordt het te Venetië bewaard. Een ander Nederlandsch getijdenboek uit de 15e eeuw werd in 1893 te Gent uitgegeven.Er zijn oude getijdenboeken van omstreeks 1500, welke prentjes bevatten met goud gekleurd of met fraaie houtsneden versierd. Zij vormen den overgang van het geschreven naar het gedrukte boek. Vooral die van de Vlaamsche meesters zijn rijk uitgevoerd. Men vindt ze in kunstverzamelingen; het zijn de duurst betaalde handschriften. Het getijdenboek van Bradford werd door het Britsch museum aangekocht voor vier duizend gulden. Een Fransch getijdenboek van 1450 bracht in 1932 in openbare veiling, te Parijs gehouden, 7500 gulden op.
Het is versierd met 20 groote en 25 kleine miniaturen. Een getijdenboek uit Utrecht ging daar voor 1500 gulden van de hand.