Omheinde grond behoorend tot de omgeving van een boerenwoning. In verheven stijl: de grond reeds door de vaderen bewoond.
Vroeger werd de benaming „erf” veel gebruikt voor bouwgrond in de stad. Een ledig erf is bouwterrein. Thans is het woord in samenstellingen de naam voor vast goed: Erfdienstbaarheid. Aangeërfde : naburige eigenaar. Het onderhoud van dijken berustte vroeger vaak bij de aangeërfden: de eigenaars van aanliggende gronden.