Een oud-vaderlandsch gebak, dat op de zelfde wijze als oliebollen gemaakt wordt. Een dun beslag uit tarwebloem, boekweitmeel, kaneel, suiker, ei en melk wordt door een trechter met een fijnen straal in kokend kalfsvet gegoten.
Men verkrijgt dan een fijn broos gebak, door den trechter snelle bewegingen te laten maken, zoodat een soort plat vogelnestje gevormd wordt.Drabbelen is herhaald drabben (gehaast loopen). Men spreekt van wroeten en drabben, drabben in het bloed (in bloed wentelen). Onder den invloed van trappelen en dribbelen wijzigde zich het gebruik en werd drabben met dribbelen gelijkgesteld: drabbelen van schapen en eenden.
