WoordHoek

Ewoud Sanders (2025)

Gepubliceerd op 14-06-2023

Piekbelaster

betekenis & definitie

Dit is de week van de piekbelasters.

Dit is de week waarin boeren op een overheidswebsite kunnen nazien of hun bedrijf teveel stikstof uitstoot. Binnen no time werkte die website niet meer of slechts heel traag. Inderdaad, vanwege piekbelasting – je mag dit illustratief noemen voor de samenwerking tussen overheid en boeren.

Wie piekbelaster opzoekt in de Dikke Van Dale krijgt als eerste betekenis: ‘Een persoon of onderneming die zorgt voor piekbelasting.’ Beetje flauw misschien, maar ik schiet altijd in de lach van dergelijke definities. Het is net zoiets als sollicitant definiëren als ‘iemand die ergens naar solliciteert’. Ik bedoel: je wordt er niet veel wijzer van. Gelukkig geeft de tweede betekenis meer duidelijkheid: ‘Bedrijf met een hoge depositie van een schadelijke stof, bv. stikstof’. Overigens vermoed ik dat niet iedereen paraat heeft dat depositie ‘neerslag’ betekent.

Je kunt niet alleen met stikstof maar ook met andere stoffen en op andere manieren voor piekbelasting zorgen – voor een te zware druk op een bepaald systeem. Dat zie je terug in de geschiedenis van dit woord, dat we kennen sinds het begin van de twintigste eeuw. Het is een begrip uit de techniek en dus vinden we het aanvankelijk vooral in tijdschriften als De ingenieur. In 1908 meldde dit tijdschrift, over de stroomvoorziening in de Verenigde Staten: ,,In New-York en andere groote steden bereikt de piekbelasting in de ‘Business Section’ op een anderen tijd haar maximum dan de piekbelasting in het schouwburg- en woongedeelte der stad.”

Een toelichting ontbreekt, maar je mag aannemen dat ze bedoelden: overdag meer stroomgebruik in het zakencentrum, ’s avonds meer in de woonwijken en in het culturele centrum.

Hoogste belasting
In 1936 stuitte het woord piekbelasting op kritiek van een van de leden van het Genootschap Onze Taal:

,,De Duitscher spreekt van ‘Spitzenleistung’ enz., de Engelschman van ‘topspeed’ etc. In Nederlandsche electrotechnische kringen is gebruikelijk het woord ‘piekbelasting’ voor hoogste belasting der electrische centrale, omdat de lijn, die grafisch het stroomverbruik weergeeft, op dat tijdstip een ‘piek’ (Spitze) vertoont. Ik voor mij vind al deze gemakzuchtige woordvormingen leelijk en overbodig, we verliezen niets als we kalmweg, net als vroeger ‘hoogste belasting’ enz. blijven zeggen.’’

Hier zien we dus meteen een voorouder van piekbelasting – kennelijk heette dat daarvoor simpelweg hoogste belasting.

Piekgebruik
Dat piekgebruik deed zich niet alleen voor bij het elektriciteitsnet. Al in 1929 wordt er gesproken over de piekbelasting van gasaanvoer. Een paar jaar later schreven kranten over de piekbelasting van het Nederlandse waterleidingsnet. In de decennia daarna kwamen daar onder meer het wegennet, het telefoonnet en het openbaar vervoer bij.

De woordvorm piekbelaster debuteerde bij mijn weten in 1991. Een krant voorzag toen het Maastrichts Expositie en Congres Centrum (MECC) van dat etiket – het zou teveel druk leggen op het openbaar vervoer en het wegennet.

Momenteel lees je het vaakst over boeren als piekbelasters. In de praktijk merken vooral heel veel treinreizigers dat het spoor is overbelast. Dan wel onderbezet - het is maar hoe je ernaar kijkt. Sinds een half jaar zitten alle treinen echt bommetje vol. Je hebt geluk als je een zitplaats vindt (áls er al een trein rijdt, maar dat terzijde). Ik ben medeschuldig, want reis zelf geregeld met de trein. Wat mij dus eveneens tot een piekbelaster maakt.

< >