in de synagoge buigen de aanwezigen op de sjabbat-avond in de richting van de deur bij de woorden: ’Kom mijn vriend, de bruidegom tegemoet’, want een der namen voor de sjabbat is ’bruid’.
Bij bepaalde zegenspreuken buigt men licht het hoofd.
Bij bepaalde zegenspreuken ’verheft men zich tot God’ door op de tenen te gaan staan.
Op Nieuwjaar en Grote Verzoendag knielt men of men ’werpt zich ter aarde’ door plat te gaan liggen bij een bepaald gebed.
Bij het openen en sluiten van de heilige Ark wordt licht gebogen door degene die deze opdracht heeft ontvangen.
Wanneer de Tora-rol door de synagoge wordt gedragen, volgt men die met de ogen. Men tracht dan ook de rol aan te raken met het gebedenboek of de kwasten van de gebedsmantel, en kust die vervolgens.
Ook zij die in de zijbanken zitten, gaan met het gezicht naar de heilige Ark staan bij het zeggen van gebeden. De heilige Ark bevindt zich aan de oostkant, in de richting van Jeruzalem, daar was eens de tempel.
Als teken van eerbied en ontzag trekt de kohen zijn schoenen uit alvorens de priesterzegen te geven (Ex. 3:5).