1) (1914) (sold.) andijvie.
• Tabak: zware tabak: andijvie. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914)
• Aardappelen met andijvie heet somwijlen „zware tabak"; een combinatie van aardappelen en bruine boonen, welsprekend genoeg, „gewapend beton". (Van onzen tijd. Jaargang 18. 1917/ 1918)
2) (1890) (Ned.-Indië, sold.) droge frikandel.
• Zware tabak; B.Z.K., uitgebraden, erg droge frikadel van Australisch vlees. 1890-98. (J.J.M. van Dam: 'Jantje Kaas en zijn jongens,' Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, 1942-1948)