Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 28-02-2023

zitplasser

betekenis & definitie

(2019) (scheldw.) man die zittend plast, hetgeen door sommige mannen als vernederend wordt beschouwd. Staand plassen is onder mannen de gewoonte.

• A. is de vrouw van mijn vriend. Ik vermoedde dat zij hem misschien tot een zitplasser had gemaakt. (De Morgen, 28/05/2019)
• Ja, het zijn die alfamannetjes die Jop ook schamper een 'zitplasser' hebben genoemd, alsof dat vrouwelijk zou zijn, en 'een schande voor het mannelijke geslacht'. Wat onzin is: het is Jops goed recht om een zitplasser te zijn. Ik ben dat zelf niet, maar dat maakt helemaal niks uit voor je mannelijkheid. (Humo, 07/07/2020)
• Het komt deels voort uit de complotten van QAnon, waarvan de aanhangers geloven dat de wereld wordt geleid door een pedofiele elite die aan ritueel kindermisbruik doet, en ook anti-lhbti-sentimenten spelen een grote rol. Maar termen als 'pedo' en 'groomer' zijn geëvolueerd tot alledaagse scheldwoorden voor iedereen die aan de verkeerde kant van het politieke spectrum staat, in de traditie van 'deuger', 'snowflake' of 'zitplasser'. (De Volkskrant, 11/02/2023)

< >