Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 08-02-2022

zich het kruis uit de broek werken

betekenis & definitie

(20e eeuw) (inf.) erg hard werken. Syn.: zich de apenkoorts* werken; zich het apezuur* werken; zich de ballen* uit de broek werken; zich de beris* werken; zich de beroerte* werken; zich het zweet in de bilnaad* werken; zich de bloedpoep* werken; zich de blubber* werken; zich het bokkezuur* werken; zich het gompes* werken; zich het hompeschompus* werken; zich het hubekulubes* werken; zich de kanker* werken; zich het klaplazarus* werken; zich het klapzuur* werken; zich de klere* werken; zich de kloten* werken enz.

• Zegsw. Hij werk 't kraus ut z 'n boks. Hij werkt het kruis uit zijn broek. Hij werkt heel hard. (Cor en Jos Swanenberg: Vergee:te grèij: aanvullingen op Èige grèij. 2000)

< >