Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 30-08-2021

zeiktrien, zeikwijf

betekenis & definitie

(1974) (inf.) zeurderige vrouw. Vgl. muts*.

• En dat zeikwijf heeft jou natuurlijk op je gemoed gewerkt, of op je zenuwen... (Ernst van Altena: Een gewone schoft. 1974)
• Toen Aliske voor mijn Sinterklaas een grote bonbon meebracht, die met papier was gevuld en heel het atelier begon te lachen om mijn teleurgestelde gezicht, gooide ik de prop woedend op de vloer en schreeuwde dat ze een strontmarjan was, een tettejoo, een zeiktrien, de normale scheldwoorden tussen Mariette en mij. (Jef Geeraerts: Gangreen 3. Het teken van de hond. 1975)
• Hij ziet haar niet. Schildert haar af als een zeikwijf. (Marion Bloem: Geen gewoon Indisch meisje. 1983)
• Een ander lid van de kernploeg vormt met haar lippen nijdig: zeikwijf. (NRC Handelsblad, 23/10/1992)
• … om kort te gaan, jij weg met dat zeikwijf van een Hilda… (J.M.H. Berckmans: Taxi naar de Boerhaavestraat. 1995)
• Een zeikwijf pur sang wil diep in haar hart horen dat ze zo’n arme schat is die beter verdient. (Susan Smit: Letterhonger. 2008)
• Volgens mij is de computer een vrouw. Dat constante vragen om bevestiging. ‘Weet u zeker dat u dit item naar de prullenbak wilt verplaatsen?’ Ja, heel zeker. Zeikwijf. (Claudia de Breij: Dingen die fijn zijn. 2009)
• Die heeft een procedure tegen me aangespannen. Een civiele procedure om de schade op me te verhalen. Zeikwijf. (Vrank Post: Kapot. 2009)
• ‘Mot je eerder van huis gaan, zeikwijf,’ sist een platinablonde Amsterdamse me toe. (Heleen van Royen: De mannentester. 2009)
• Of misschien ben ik ondanks mezelf het soort zeikwijf aan het worden dat overal problemen ziet. (Jamal Quarlachi: De vernietiging van Prosper Morel. 2010)
• Ik ben vandaag ergens achtergekomen: ik ben een zeikwijf. (Erica van Dam: Open. Columns. 2011)
• En ja, uiteraard was mijn eerste klant van die dag een vreselijk zeikwijf. (Maan Leo: Ik ben Maan. 2012)
• Die zeikwijven trokken me financieel helemaal leeg. (Alex Boogers: Alle dingen zijn schitterend. 2012)
• Ik was gebruind en ontspannen en voelde me even geen zeikwijf. (Marion Pauw: Gulzig. 2012)
• Psychiaters zeggen ook niet tegen zeikwijven dat ze zeiken. (Youp van ”t Hek: Klein gelijk. 2012)

< >