Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 10-03-2023

wipwap

betekenis & definitie

(19e eeuw) (Vlaanderen, scheldw.) lang, mager persoon.

• Wipwap, wipwapper, znw., ra. — Lange, magere persoon. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. Aanhangsel. 1906)
• Wipwap: Lange, magere persoon Corn Vervl A 2164. Een klankschilderende samenstelling zoals wirwar (De Vries 842). Zie verder wip in deze categorie, dat vermoedelijk het vertrekpunt is geweest voor dit reduplicerende klankwoord. BSS 48. (Casper van de Ven: De Brabantse spot- en scheldnamen. 2013)

< >