(1966) (pol.) stemmen tegen de rest van de fractie in het parlement; niet meedoen met de anderen.
• Twee leden van regeringsgezinde fracties konden daardoor zonder risico’s voor het wetsontwerp 'uit de boot vallen' zoals stemmen tegen de rest van de fractie in het parlementaire bargoens wordt genoemd. (Leeuwarder Courant, 17/12/1966)
• (Marco Bunge: Politiek Woordenboek. 1985)
Gepubliceerd op 28-04-2020
uit de boot vallen
betekenis & definitie