(19e eeuw, vero.) (sch.) mijnwerker. Eigenlijk: holbewoner.
• Troglodyten, holbewoners, in 't -algemeen die' volken, welke, voornamelijk in sommige landen van Azië, in holen en onder den grond woonden. Van gr. troglè (gat, holte) en,'duein (in trans duiken). Ook: scheldnaam voor mijnwerkers en voor eenzijdige critici. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)