(1906) (Barg.) bordeel; trefpunt van dieven.
• (Köster Henke: De boeventaal. 1906)
• Hij hield vroeger een bierhuis, echte til, waar àl zulk slag dieven en inbrekers bivakkeerden. (M.J. Brusse: Het rosse leven en sterven van de Zandstraat. 1912)
• (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)
• (Henry Roskam: Boeven-jargon. 1948)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)