(1968) (inf.) gelegenheid waar vrouwen een striptease opvoeren.
• De borrel die de inleiding was tot een avond van vertier, tot een geënsceneerde, toevallige ontmoeting in de lounge van het hotel, tot een souper in een striptent, tot een paar uur sex.... (Gerben Hellinga: De ochtendverse schoen. 1968)
• Jack Ruby, de eigenaar van de ‘Caroussel’ een striptent in Dallas, werd, toen ik samen met Marguerite Oswald in een American Airlines-machine van New York naar Texas vloog, nog altijd voor de moord op Oswald verhoord. (Willem Oltmans: Een reportage over de Kennedy-moordenaars. 1977)
• Dit lijkt me wel een gezellig café, wees ik op Broadway, en wij stapten per abuis een morsige striptent binnen, waar zeshonderd zwaarademende mannen aan hun zak stonden te krabben. (Kees van Kooten: Omnibest. 1997)
• Het bleef natuurlijk ook verdacht dat Jack Ruby, eigenaar van striptent Caroussel, Oswald binnen de muren van het hoofdbureau van politie kon doodschieten. (Willem Oltmans: In het land der blinden. 2001)
• Vijf huizen verder was er een striptent. (Willy Spillebeen: De muur. 2004)
• Ten slotte eindigt hij als barman in Berlijn in Das Rote Kabinett, een groezelige striptent die hem toch ook als een thuis ‘omarmt’, en waar de geile grijperigheid van de glurende mannen zijn natuurlijke neiging tot mededogen danig op de proef stelt.(Ons Erfdeel. Jaargang 51. 2008)