Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 19-05-2021

spekbokking, spekpudding

betekenis & definitie

(1954) (scheldw.) dik en lomp persoon. Een spekbokking is een gerookte vette haring. Vgl. Engels slang: ‘lardsack’.

• Die dikke sproetige spekbokking met zijn rode haren wist Hennie's naam en adres en alles! (Willy van der Heide: Een klopjacht op een kapitein. 1954)
• „Word wakker, hossende spekpudding!” (Willy van der Heide: Hoog spel in Hong Kong. 1958)

< >