(1983) (inf.) opzichtige Amerikaanse wagen. Syn.: hoerensloep*. Vgl. Amerikaans slang 'pimpmobile'.
• Terwijl we wegrijden in zijn pooierslee mompelt hij iets over een kink in de kabel... (Bert Hiddema: Zwart geld. 1983)
• Een 'scharrelbak' is een oude, roestige auto en een Amerikaans slagschip gebiesd met glimmend chroom heet naar believen 'pooier- of snollebak'. (Leo Van Heijningen: Politietaal. 1990)
• De 33-jarige ambtenaar bij de bouwdienst in Enschede handelt in oude auto's. 'Oude Amerikanen, die pakweg vijf-, zeshonderdduizend kilometer meegaan,' verduidelijkt hij. 'Door veel mensen getypeerd als pooierbakken.' (Aktueel, 07/11/1991)
• Vos en de ondernemer hebben toevallig allebei een Mercedes Benz en zijn er erg tevreden over. De ondernemer: 'Er zijn mensen die zeggen dat het een pooierbak is.' (Vrij Nederland, 27/06/1992)
• Miniatuurvoorwerpen -aan de achteruitkijkspiegel van grote auto's zie je ze zelden bungelen, of het moet een pooierbak zijn. (Eric Slot: Kleine Encyclopedie van de Wansmaak. 1992)
• De status van de wagens van Uncle Sam gleed dramatisch af tot het niveau van hun meest opvallende Japanse berijders, ze verwerden tot 'pooierbakken'. (Elsevier, 30/10/1993)
• Een pooierbak voor minister Jorritsma. (Nieuwe Revu, 27/12/1995)
• Pooierbak (m.) Protserige, opzichtige auto. “Die pooierbak staat heel breed op zijn sloffen.” Ook: hoerensloep. (NRC Handelsblad, 06/02/1997)
• Welgemoed laadde mijn potentiële logé de kinderen plus rackets in zijn Mercedes 190. "Zo'n zwarte pooierbak," grijnsde mijn oudste toen ik onlangs refereerde aan het incident. (HP/ De Tijd, 18/05/2001)
• Ali G toert hooguit in zijn dromen rond in een pooierbak in South Central, L.A. (Nieuwe Revu, 01/05/2002)
• Moet de volgende minister van EZ de komende jaren in de door Herman gekozen pooierbak rijden of mag hij hem omruilen voor een gewone auto? (NRC Handelsblad, 19/10/2002)
• Jezus, Fem. Wat een geweldige pooierbak. (Anne Hermans: De co-assistant. 2009)
• Die azuurblauwe Chevrolet Caprice Classic stationwagon uit 1981 met van die prachtig ordinaire chromen spaakwielen. Niet de meest standaard family car, eerder een pooierbak. (Bastiaan Ragas: Maar je krijgt er wel heel veel voor terug. 2011)
• Een Porsche in zo’n koeiendorp, die moet gezien zijn. Iemand heeft die pooierbak zien rijden. (Ilja Gort: De vrouwenslagerij. 2012)
• Voor wie niet bekend is met dit soort auto’s: in de jaren vijftig figureerden ze in Hollywoodfilms, in de rest van de wereld – en speciaal in Den Haag – waren het vooral ‘pooierbakken’. (Hendrik Jan Korterink: De Haagse penose. Achter de schermen van een gesloten onderwereld. 2012)
• En ook zeker had ik de zwarte pooierbak van de Olifant voorbij zien gaan. (Khalid Boudou: Iedereen krijgt klappen. 2013)
• Mijn eigen vader haat Mercedessen. Volgens hem rijden alleen aannemers en slagers in zo”n pooierbak. (Jeroen Guliker: Zeven vrouwen later. 2017)
• Fokje herinnert zich de eerste keer dat hij haar op kwam halen. Kwam er een klein ventje voorrijden in een enorme pooierbak. (Anita Terpstra: Het huis vol. 2018)