(1998) uitroep van verbazing. Verwijst naar de onder kinderen erg populaire televisiekabouter Plop (een programma van Studio 100 sinds 1997).
• Was Kabouter Plop nu maar de vriend van Bill Clinton. Die sukkelt zoetjes rond in het kinderblok Xieje op 2, en heeft altijd wel een troostrijke gedachte. 'Plopperdeplopperdeplop', zegt hij dan, in de beste Pipo-traditie, en hij schenkt eens een glaasje plopmelk, of deelt een plopkoek uit. Het grootste probleem waar deze Vlaamse kabouter zich mee geconfronteerd ziet, is het hebben van de hik. Maar tot overmaat van ramp heeft hij ook nog een plopmuts waarvan de punt soms zomaar omhoog schiet. (de Volkskrant, 11/09/1998)
• "Plopperdeplop!", dan wel "Plopperdeplopper- deplop!" Bourlon: "We hebben gemerkt dat die uitspraken kinderen houvast geven. Het helpt hun een eigen wereld te scheppen, die ze beheersen en kennen, en waarin ze zich thuis voelen. (Onze Taal. 2003)
• Plopperdeplopperdeplop, doen de meiden met hun tietjes. (Winnie M. Li: Zwarte bladzijde. 2017)