Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 05-05-2023

ploertendoder

betekenis & definitie

(19e eeuw) (oorspr. stud., thans inf.) stok met loden knop, gebruikt om iemand dood of bewusteloos mee te slaan. Kijk ook onder ploert*.

• Ploertendooder, (stud.), dikke stok met looden knop of lood in den knop. - Ook eindje kabeltouw met aan weerskanten een looden knop aan de eindpunten, ook met touw omwonden. Men houdt er lastige ploerten (z.a.) mee op een afstand. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal. 1913)
• Een anderen avond kocht hij een stoeren vent met knuisten als ploertendooders, om op zijn beurt weer Lou af te rossen. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 2: Van Nes en Zeedijk. 1914)
• Die eene dan, haalt 'n ploertendooier uit z'n zak daar gaf ie me 'n meppes mee, maar ik zeg nog: - die me wat geeft die vereer ik, en ik geef 'm 'n jouw midden in z'n wezen dat ie voor dek rolt. (Jef Last: Zuiderzee. 1934)
• Als je ze niet vrijwillig geeft zullen mijn maats wel....’ hij wees om zich heen waar de anderen grinnikend boksbeugels, moersleutels en zelfs een ploertendooder uit hun zakken te voorschijn haalden. (Jef Last: Een huis zonder vensters. 1935)
• ‘Moet je hier 's zaterdags wezen,’ sprak de man met het stuk sigaar vergenoegd. ‘Of met kerstmis en oud en nieuw. Dan worden ze bij bosjes naar binnen gesjouwd: messteken, kogelwonden, open koppen van ploertendoders en gummistokken.’ (C. Buddingh: Misbruik wordt gestraft. 1967)
• Als ze wat moesten dan ramde hij ze meteen wel even in elkaar. En zonder pleurtendojer of een stuk ijzer, maar hop! en recht voor zijn raap. (Heere Heeresma: Zwaarmoedige verhalen voor bij de centrale verwarming. 1973)
• Ze hadden beiden een ploertendoder in hun rechterhand, die ze losjes heen en weer zwaaiden. (Gerben Hellinga: Vlammen. 1985)

< >