(1954) (Rotterdam) pet die uitsteekt.
• Voor ik besluit met 's heren Van der Wals begin, nog even een bloemlezing „echt Rotterdams", waar ik een vraagteken achter zet: een pet met hersenschudding (een grote pet die zo lekker uitsteekt), een spreeuwenkast (radio), een kop thee met goudvissies (stokjes), een opnieuw gemeubileerde eetkamer (gebit....), schoenmakersham (komijnekaas), 'n rol bandijzer (fiets), een holledouwer (iemand die een wit voetje haalt), kortom een serie vaak originele uitdrukkingen, die briefschrijver tot een miniatuur-Willem van lependaal stempelt. (Het vrije volk, 09/03/1954)
• (G.L. van Lennep: Verklarend oorlogswoordenboek. 1988)