Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 02-05-2024

paanderen

betekenis & definitie

(19e eeuw) (Vlaanderen, reg.) op kraambezoek gaan.

• (Leonard Lodewijk de Bo: Westvlaamsch Idioticon. 1870-73)
• Een ander gebruik is dit, dat gedurende negen dagen, die de bevallling volgen en waarin de kraamvrouw het bed moet houden, de buurvrouwen en vriendinnen, veelal gezamenlijk, haar komen bezoeken en het een of ander ten geschenke meebrengen; dit heet inLimburg: met den eierschoot gaan, in Noord-Brabant: met den krommen arm of de kromme slip gaan. Ook in het noordelijk gebied kent men kraamschudden; het geschenk bestaat gewoonlijk in krentebrood. Te Brugge heet dit gebruik prijken, elders paanderen, ook te paanderinge of te pronkinge gaan. (Jos Schrijnen: Nederlandsche volkskunde. 1977)
• (Aldert Walrecht: Woordenboekspel. 1991)

< >