Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 29-01-2021

opsodeflikkeren

betekenis & definitie

(1960) (inf.) ophoepelen: 'Sodeflikker toch een eind op, man!'

• Sodeflikker op, zegt de soldaat. (Tirade. Jaargang 44. 2000)
• Een computer blijft een computer... schemerlamp... sodeflikker op man, smaken verschillen... die iMac ziet er niet alleen super uit hij presteert ook nog super. (website Ransporn, 26/09/2002)
• Sodeflikker op linkse rukker, jezus wat een watje, teveel op school vroeger getreiterd?? (website Geenstijl.nl., 20/10/2004)
• Sodeflikker op met je gelal en je plastic bekertjes. (Auke Hulst: Jij en ik en alles daartussenin. 2006)
Nokken nu. Opgesodeflikkerd. (Harry Vaandrager: Koprot. 2013)
• “Sodeflikker op,” grauwde ik. (Marieke van der Pol: Voetlicht. 2013)

< >