Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 24-09-2023

niet onbemiddeld

betekenis & definitie

(19e eeuw) (euf.) rijk. Syn.: goed beslagen* zijn; betoeft*; betoegd*; met zijn smoel* in het vet. Een rijkaard is in de volksmond een: Dagobert* Duck; dikmuts*; diknek*; rijke fokker*; geldzak*; goudbek*; goudvink*; knakenkoning*; loodbok*; markies* van Carabas; molmboer*; Oostenrijker*; plutocraat*; poen*; rastekweir*; Richard*; rijke* stinkerd; splinterbot*; wandelende* geldzak.

• Doch voor dien laatsten toon was er in de ziel van den fijnen musicus geen plaats. Sedert zijn wat al te dwaze hoop was vervlogen, de hoop dat de oude muziekmeester - die niet onbemiddeld werd genoemd - hem gaarne als een nieuw element in 't muziekonderricht, ja zelfs misschien met blijdschap als zijn opvolger in de nog al lastige kerkbediening zou hebben begroet, sedert Krieger van lieverlede al meer den ijver had gezien waarmee de oude heer zijn zaken nog opnam; zijn muzikaal standpunt en de methode, waarnaar hij onderricht gaf, als met jongelingsvuur zocht te handhaven; vooral ook met een ‘onverklaarbare’ standvastigheid de eer van zijn orgel verdedigde, en roem droeg op den ouden titel van organist der Gereformeerde kerk, sedert dien tijd had Krieger niet het minste voedsel geschonken aan een vroeger gekoesterden wensch. (J.J. Cremer: Romantische werken. Deel 14: Frederik Hendrik Hendriks, Het oude en het nieuwe orgel en De reus van Antwerpen. 1881)
• Zijn zonen Glenn en John zijn immers begeesterd door de autosport en omdat zakenman Jan eufemistisch gezegd niet onbemiddeld is, werden zij in de gelegenheid gesteld zich te bekwamen in de racerij, maar drama's knakten echter hun carrières. (De Telegraaf, 16/04/1985)

< >