(2004) (wielr.) in topvorm verkeren.
• Tijdens wielerwedstrijden gebeuren er dingen waarvan een buitenstaander zich misschien niet direct een voorstelling kan maken. In het wielerpeloton rijden soms ‘strijkijzers’ mee, het komt voor dat renners ‘een gat dichtrijden’, zich ‘de kledders uit de neusgaten fietsen’ en soms ‘met het vuur in de broek zitten’. (Onze Taal. Jaargang 73. 2004)
• In het begin van het seizoen reed ik vaak op mijn tandvlees, maar nu zit ik met het vuur in de broek. Elke dag zie ik anderen kraken, maar ik rijd elk gat dicht. (de Telegraaf, 02/07/2005)