(1934) (oorspr. sold.; thans ook politie) radiocode gebruikt door politieagenten voor `ergens snel naartoe gaan met de surveillancewagen' (bijv. een ongeluk met slachtoffers). De uitdrukking houdt volgens sommige bronnen mogelijk verband met het spel `boter, kaas en eieren', waarbij men een kruisje moet zetten in drie op elkaar volgende vakjes in een uit negen vakjes bestaand speelveld. Leen Verhoeff (zie laatste citaat) geeft echter een plausibeler uitleg. De uitdrukking zou dan ook in soldatenkringen ontstaan zijn. Ergens met drie kruisjes naartoe gaan kan dan ook opgevat worden in de zin van `rij er linea recta naartoe'.
• Willem schrok op, een boeloe-ajam beteekende spoed, geen spoed met drie kruisjes, maar echten spoed, alarm! (J.C. Mollema: Van zout en zon. 1934)
• Als versterking stuurde wachtmeester Warrink nog een vierde de weg op vanuit Driebergen, een type met zescilinder motor en dus supersnel. Deze ging „met drie kruisjes” (vaktaal voor: zo snel mogelijk, met blauw zwaailicht en meertonige claxon) naar het gebied van de jacht toe. (Algemeen Dagblad, 04/06/1968)
• Krijgt men in de surveillancewagen te horen: 'Gaat u er met 'drie kruisjes' naartoe' dan betekent dit: 'snel!!! Ongeluk met doden!!' (Leo Van Heijningen: Politietaal. 1990)
• Met drie kruisjes: zo snel mogelijk. (Jan Meulendijks & Bart Schuil: Tien voor taal. 1991)
• Drie kruisjes: zeer spoedig, zo snel mogelijk. Naar het vooroorlogse gebruik de gewenste snelheid van overbrenging van een bericht per ordonnans aan te geven met kruisjes: één kruisje - normale snelheid, twee kruisjes - spoed en drie kruisjes - uiterste snelheid. (Leen Verhoeff: Soldatenwoordenboek. 1995)