Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 04-08-2023

met de poepers zitten

betekenis & definitie

(19e eeuw) (ook: de poepers hebben, met de poepers lopen) (Vlaanderen, inf.) bang zijn.

• De poepers of het aan de poepers hebben bet. in Br. hetzelfde als in VI. : met de poepers zitten, d. i. verlegen, bevreesd , benauwd zijn. (Lodewijk Willem Schuermans e.a.: Algemeen Vlaamsch idioticon. 1870)
• Met de poepers zitten, met angst zitten, in groote verlegenheid of vrees verkeeren. Dieë student zit met de poepers: hij vreest dat i zal gebuisd wörren. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1900)
• (Lodewijk De Vriese: Gentsche Spreekwoorden en Spreekwijzen. 3e herziene uitgave. 1907)
• Mee de poepers zitten (of opzitten), beangst zijn: (1795) Gysken loopt met de poepers in 't gat, hy is bedreygt van opgeligt te worden. Sysse-Panne, 3, 23. (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950)
• Wat is er, zit je met de poepers? (Hugo Claus: De verwondering. 1962)
• Schrik hebben: met de poepers zitten, met een ei zitten. (Jack De Graef: Het Groot Woorden- en Liedjesboek over het Antwerps dialekt. Vierde aangevulde druk. 1981)
• (Walter de Clerck: Nijhoffs Zuidnederlands Woordenboek. 1981)
• 'Maar ge hebt toch met de poepers gezeten,' grijnst de Fé, 'want ge hebt gewacht tot met de rust.' (Paul Koeck: De andere kant. 1983)
• (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)
• (Claire van Putten: Antwerps zakwoordenboek. 1993)
• (Edmond Cocquyt: Nieuw Gents Idioticon. 1995)
• Als ge dan nog een ganse nacht moet doorbrengen, zit ge met de poepers. Ik had schrik ja. (Het Belang van Limburg, 22/11/1997)
• (Frans Debrabandere: Kortrijks woordenboek. 1999)
• Traditionele partijen zaten met de poepers, ze vreesden dat we twee zetels zouden inpikken. (De Morgen, 09/09/2000)
• (Herman J. Claeys: Vlaams Dialecten woordenboek. 2001)
• ’t Was, d’ailleurs, niet allene den Duits die met de poepers zat. (Luuk Gruwez: De maand van Marie. 2002)
• Robert, mijne vent, ge doet me van schrik met de poepers zitten… (Pjeroo Roobjee: Een mismaakt gouvernement. 2010)
• Lijk later, in den anderen oorloge: den Duits kwam hier niet gemakkelijk in, den Duits die zat met de poepers. (Luuk Gruwez: De maand van Marie: vier vrouwen. 2011)
• 'De oorlog eindelijk gedaan en dan toch nog vier weken lang op dat schip met de poepers gezeten,' zei nonkel Remi. (Leo Pleysier: De gele rivier is bevroren. 2012)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

< >