(19e eeuw) (inf.) wordt gezegd wanneer men iets al meermaals meegemaakt, ondervonden heeft. De dokter is hier de vroegere piskijker: iemand die uit urine een diagnose stelt. Vgl. met het water voor de dokter komen.
• (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862)
• Hij is met dat water al eens meer voor den dokter geweest, eig. die ziekte heeft hij al meer gehad, dat zelfde geval heeft hij al meer ondervonden; hij heeft daar ervaring van; eene herinnering aan den tijd, toen de dokter veelal de ziekte opmaakte uit de urine; Huygens, Korenbl. II, 4121). Zie W. Leevend, II, 126: Ik heb ook elfmaal met den Prins over de Maas, en met dat water by den Docter geweest; Br. v.B. Wolff, 114: Je weet ik bin en vrouw van veul ondervinding en ik heb zo dikkels met de Prins over de Maas geweest, ik heb zo dikwyls met dat water voor den dokter geweest; Harreb. I, 141 a; Oude Tijd, 1871, bl. 308; Molema, 579: al voaker mit dat woater veur dokter west hebben, al vaker in hetzelfde onaangename geval verkeerd hebben; in het Friesch: hy het faker mei dat wetter foar 'e dokter wêst, hij heeft in dat werk. (F.A. Stoett: Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden. 4de druk. 1923-1925)
• (Huizinga's Spreekwoorden en gezegden. 2000)