Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 16-08-2023

mesomme, mesjomme, mezomme

betekenis & definitie

(1896) (< Hebr. məzummān, gereed, contant) (Barg.) geld. 'Koosjere mezommen, Hollandsch geld' (Moormann, Bronnenboek). Zeldzame variant: massone.

• Dat ben ik met je eens, geld is er noodig. En nu zou het mogelijk wezen, dat Burgerkring slecht bij kas was...
Nee, nee, mesomme is er genoeg. (Willem Paap: Jeanne Collette. 1896)
Baar mesomme (geld) is mij aangenamer dan splinters, zeide hij. (Rotterdamsch nieuwsblad, 15/04/1898)
• Massone, (barg.), geld, loon. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Waar geen mezomme was, kwam geen mezomme bij.... (Herman Heijermans: Diamantstad. Tweede druk. 1906)
• Een echte linkmichel had de mesomme in veiligheid gebracht, voor de prinserij ‘m nog de paternosters kon aanleggen en ‘m in de nor bracht. (het Vaderland, 04/01/1923)
• ... dacht je dat de mesomme bij mij aan een boompie groeide? (het Centrum, 07/07/1928)
• Hij moet bloed zien. Ik zie liever geld, mezomme! (Siegfried E. van Praag: La Judith. 1930)
• Mezomme hadde ze, daarom konde ze doorspele al verlore ze ook nóg zooveel, maar spélers, wat hij noemde spélers, ware ze net zooveel as z’n kat. (Alex Booleman: Verdoemenis. Het leven van een speler. 1931)
• 't Gaat d'r niks an, waar de mezomme vandaan komt. (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar. 1935)
• Bij Onze Lieve Heer en Piet van Asselt is alles mogelijk, meneer.... as de mezomme d'r maar is! (A.M. de Jong: De wonderlijke waard van hotel Carlecas. 1941)
• Je kan er een beetje bik verschieren, maar mesommes, ho maar. (H. van Aalst: Onder martieners en bietsers. 1946)
• Hij staat later toch ook voor zijn mesomme? (Simon Carmiggelt: Klein beginnen. 1950)
• Mezomme is alleen maar een kwestie van karakter, want wie voor een stuivertje geboren is wordt nooit een kwartje... (Meyer Sluyser: Er groeit gras in de Weesperstraat. 1962)
• Van jouw mezomme speelt ze nou de dame
Zo een nekeiwe mag zich liever schamen
(Louis Contran: Brief van een moeder aan haar zoon, die in de gevangenis zit. Ongedateerd)
• Geen mezomme in mijn platvink. (Sam Cohen in het Rotterdamsch Nieuwsblad, 05/05/1973)
• Als onze klanten zich zo te sappel maakten over de mezomme, waren we al schatrijk geweest. (Sal Santen: Stormvogels. 1976)
• ... want in haar familie zat de mezomme. (Sal Santen: De kortste weg. 1979)
• 'Kunt u er mezomme voor krijgen?' vroeg ik. (Sal Santen: Saartje gebakken botje. 1983)
• (Jaap Meijer: Jood en jodendom in stad en ommelanden: met een joods supplement op het Nieuw groninger woordenboek van K. ter Laan. 1984)
• ... de andere kinderen verdienen al mezomme... (Sal Santen: Heden kijkdag. 1987)
• De bezoekers op wie hij lette hadden al vaak niet te veel 'mezomme (geld) en binnen ging natuurlijk het laatste geld op. (Nieuwsblad van het Noorden, 27/11/1987)
• Dat kost je wat mezommen, maar geen tonnen. (Leon de Winter: Hofmann's honger. 1990)
• 'Waar gaat het over?'
'Mezomme,' zei Max, 'geld'. (H.P. de Boer: Heks, ik hou van jou. 1996)
• mesomme, geld, Smis 1939, 1943. (Jan Berns m.m.v. Jolanda van den Braak: Taal in stad en land. Amsterdams. 2002)
• (Paul Van Hauwermeiren: Bargoens zakwoordenboek. 2011)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

< >